Zachte meedogenloosheid

Een aikido-les loopt niet zoals ik wil. Ik kom oordelen en overtuigingen van mezelf tegen. Wat had ik kunnen doen om daarmee om te gaan?

aikidoIn deze blog wil ik je meenemen met een leerervaring tijdens de aikido-les. En, misschien wel een leerervaring die ik (en jij) kan gebruiken in het dagelijks leven. Wikipedia zegt over Aikido: “samen betekenen de drie woorden ai, ki en do “de weg van samenbrengen van levensenergie” of “de weg van de harmonieuze geest”, wat weer uitgelegd kan worden als ‘zonder geweld’. De betekenis hiervan verwijst zowel naar de filosofie die O’Sensei had met betrekking tot aikido als naar de uitvoering van technieken van aikido. “

Aikdio is voor mij een manier om met een leeg hoofd, vanuit zachtheid, meedogenloos mijn technieken te oefenen. Dat doe ik inmiddels 2,5 jaar. Dat vind ik juist zo mooi aan aikido. Met zachtheid je tegenstander alle hoeken van de dojo laten zien. En, je hebt elkaar nodig om te oefenen. Als je een techniek niet goed inzet, geeft de reactie van de ander jou direct feedback. Hij voelt of de techniek goed wordt ingezet en gaat dan mee in de techniek of hij blokkeert. Het stroomt of het stroomt niet. Het is prachtig als het stroomt. Ik kom dan in een flow met de ander. Vanuit zachte meedogenloosheid een aikido-techniek inzetten, lukt soms en gisteravond duidelijk niet. Gisteravond had ik aikido-training. We waren met 6 mannen, waarvan vier van hen met een hakama (zwarte broek). Dit is een hoge graad in aikido, mannen die al veel geoefend hebben. Om alvast het einde van de blog te verklappen. Ik ben halverwege gestopt. Voor de eerste keer. En daar heb ik een oordeel over. Ik was meedogenloos naar mezelf, zonder zachtheid. Wat gebeurde er? We starten, zoals altijd, met ukemi’s (rol- en valtechnieken). Sinds ik begonnen ben met aikido, vind ik ukemi’s doen vooral een gevecht mezelf. Rollen en vallen kan ik goed doen, mits ik kan loslaten en uit mijn hoofd komen. Gisteravond ging dat helemaal niet. Ik merkte dat ik een hard oordeel over mezelf had.

Allereerst heeft dat te maken met mijzelf. En met de context. Een voor mij bekende overtuiging komt boven: “Ik laat me niet kennen, en ik zal me wel even bewijzen t.o.v. de hakama’s.” En in diepste essentie: ik heb het gevoel er niet bij te horen. Dit is (voor mijn gevoel) een zo hoog niveau, hier hoor ik niet bij. Als ik optimaal wil leren, heb ik het gevoel nodig, dat ik er ook bij hoor. Dat er plek voor mij is.

Deze gedachten worden versterkt door de context in de dojo. Terugdenkend aan gisteravond heeft dat te maken met het onder de indruk zijn van de ‘hakama’s’. Het effect is dat ik me kleiner voel. Dat wordt versterkt door het feit, dat ik in ordening als laatste in de rij zat. En, de uitleg door de sensei is korter dan normaal, het tempo vele malen hoger. De sensei komt daarmee tegemoet aan het hoge niveau dat in de dojo aanwezig is. Opvallend is dat aikido-technieken, die ik snel moet uitvoeren, prima gaan. Ik heb geen tijd heb om na te denken. Bij ‘langzame’ technieken kan ik te veel nadenken en komt het oordeel over mezelf meedogenloos terug. De oefeningen lopen niet, ik kan de instructie niet onthouden. Ik heb dat nog wel een keer gevraagd maar geef mezelf geen toestemming om het nog een keer te vragen. Kortom, ik kom in een vicieuze cirkel terecht. Ik ben onder de indruk, zit als laatste in de rij, de instructie gaat sneller dan normaal, met de overtuiging dat ik me moet bewijzen, technieken lopen niet lekker. Het effect is dat ik me uiteindelijk op dat moment machteloos begin te voelen. Ik ben op dat moment niet in staat om mezelf te sturen door met zachtheid naar mezelf te kijken en vragen te blijven stellen. Ik doe iets wat ik nog nooit heb gedaan: ik geef op (en -nog zo’n oordeel- faal voor mijn gevoel).

Nu ik de volgende morgen de blog schrijf, kan ik met veel meer zachtheid naar mezelf kijken. De vraag die nu bovenkomt, is: hoe had ik in het moment zelf meer zachtheid voor mezelf kunnen ontwikkelen? Naar mijn idee start dit met een zuivere en heldere waarneming. Volledig accepteren en nemen, dat de situatie is zoals deze is, met 4 hakama’s, als laatste in de rij. Volledig erkennen. Ja, ik ben de laatste in de rij. Ja, ik heb de minste oefenuren gemaakt. Ja, het tempo ligt hoger. Ja, ik mag ook gewoon oefenen. En daarachter vandaan komt (nu) automatisch: ja, ik mag genieten dat ik de jongste ben en ja, ik mag helemaal nemen, dat ik mag leren van de ‘hakama’s’. Al schrijvend verschuift het ‘mezelf willen bewijzen’ automatisch naar de achtergrond en daarmee creëer ik direct voor mezelf een plek. Ja, ik hoor hier ook bij, in deze mooie dojo en met deze mooie sport. De leerervaring van zachte meedogenloosheid in de aikido-context herken ik soms ook in mijn werk. Door met zachte meedogenloosheid naar mezelf te kijken kan ik groeien, ontwikkelen en leren. Ja, ik heb absoluut dingen te leren (meedogenloos) en daar mag ik met zachtheid naar kijken (zonder oordeel over mezelf). Zo, dat lucht op……

16 oktober 2016 door sander